Doorzoek de website

Contact

Somers-indie-2012

moniquesomers@chello.nl

Ons bezoek aan historische plekken in Jakarta (21/7) en Poentjak (zondag 22/7)

23-07-2012 17:15

Mam, van harte gefeliciteerd ook op deze speciale site, met je 77ste verjaardag!!!

We hebben je vanochtend verteld van onze bijzondere ervaringen in relatie tot jouw verleden tijdens de oorlog, '42-'45. Dan nu hierbij ook voor onze lezers.

Zaterdag 21 juli, Jakarta
Allereerst zijn we op zoek gegaan naar de Jalan Kampar (Kamperstraat) nummer 14, in Cideng. Daar heb je immers met oma, Kees, Peter en baby Anneke (nu Ankie) in het kamp gezeten. Gelukkig heeft oma dat zo precies beschreven in haar brief naar Holland. Cideng (Tsjideng) is overigens een grote wijk in Jakarta, die nog steeds bestaat en zo heet. Jullie woonden zo'n 2 jaar op dit adres, wat toch een ander huis blijkt te zijn dan we de avond ervoor nog dachten bij een kort voorbezoek. De Kamperstraat is een heel smal, wij vonden heel gezellig en net straatje met allemaal oud-Nederlandse huizen. Het hele wijkje is oogt trouwens heel Nederlands, met veel Nederlandse huizen. Alle huizen staan er nog, behalve....nummer 14. Net een maand geleden is het afgebroken. Ik loop over het puin, witte vloertegels en wandtegels komen er nog tussenuit, met het verleden in gedachten. Hier hebben zo'n 100 vrouwen en kinderen op elkaar geleefd in onhygienische toestanden, malaria, diarree, honger, pijn en verdriet. Dan opeens klinkt het 'Goedemorgen' achter ons...een oudere (73), Indische overbuurvrouw! We hebben een heel gesprek met haar. Ze weet weinig van toen, was nog te klein, maar wel dat het huis op nr 14 er net zo uit heeft gezien als het huis ernaast, dat er gewoon nog staat. We leggen alles uiteraard vast. Ik kan niet wachten om mama straks alles te kunnen laten zien!

Dan lopen we naar de laan Trivelli, zoals mama en vele anderen dat ook gedaan zullen hebben. Deze laan heet nu trouwens Tannah Abang II. De laan is veel minder breed dan ik dacht. Voor een meisje van 9-11 jaar (was mama toen), zal het vast breed geleken hebben. Op een pilaar staat 'Trivelli' geschreven, wat herinnert aan die tijd. Hier moesten zo vele vrouwen en kinderen (ziek of niet) uren lang doodstil staan. En buigen voor de kampcommandant. 'Een beest gewoon', zoals oma schrijft. Ze moest in de bloedhete zon met haar knieen knielen op het hete teer. De Jappen konden niet tegen grote vrouwen, zoals oma. Mama heeft hier wel 3 keer malaria (tropica) gehad, 40 graden koorts, schrijft oma. 
Er staat een half afgebroken Nederlands huis, waar we in mogen. Heel apart, je herkent het Nederlandse eraan. Als deze muren konden praten...

Vrijdagavond hebben we trouwens ook de plek gevonden, waar mama en Kees in de rij stonden om water te halen, toen ze opa weer terug vonden nadat de oorlog net voorbij was. Een nog steeds emotionele herinnering. Opa heeft gelukkig het kamp overleefd, maar de oorlog had ook niet langer moeten duren. Hoe hij van Palembang naar Jakarta heeft kunnen komen, weten we niet. 

Dan gaan we op zoek naar het Salembaplein. Hier heeft mama en het hele gezin met oma een half jaar ondergedoken gezeten in een garage van Oom Piet, een broer van opa, voordat ze uiteindelijk toch naar Cideng moesten. Overigens hebben ze in de tussentijd nog een jaar elders gezeten, oma schrijft hier verder niets over. Het is een heel eind rijden, naar het centrum van de stad. Het plein blijkt niet meer te bestaan, is opgegaan in de grote weg Salembaraja (raja=grote weg). Van een kaart van opa, die hij adresseert aan oma op Salembaplein nummer 7, weten we waar we precies moeten zijn. Op dit nummer staat alleen geen huis meer, maar een groot, modern gebouw van de technische universiteit....toch blij dat we hier geweest zijn.

Zondag 22 juli, Poentjak pas
Na onze safari (zie ander nieuwsartikel), vertrekken we naar de Poentjak pas. Het is een lange weg door bergachtig gebied, met uitzicht op tropische bossen, theeplantages en rijstvelden. Boven aangekomen, vinden we wat vroeger het hotel was waar de BPM waarschijnlijk veel gezinnen naartoe gestuurd heeft. Misschien omdat ze dachten dat ze daar veilig waren? Mama kan zich nog herinneren dat ze de Jappen de berg op zagen marcheren. Dat is hier goed voor te stellen. Ook dat ze kleine Anneke (Ankie) meenamen, en gelukkig later weer terugbrachten. Alleen een grote foto van hoe het toen was in bij de toeristeninformatie, laat ons zien hoe het toen geweest was. Bijzonder ook weer. Het is ons laatste hisotische bezoek.